Malawi, the warm heart of Africa


Het is week 14 van mijn reis, dag 100 om precies te zijn. Summer Sports Week South Afrika zit erop en man, wat ben ik nog aan het nagenieten zeg. Dit zal niet de laatste keer zijn dat ik iedereen daar voor dank. De dames van Albert Road; jullie zijn fantastisch. De +\- 200 donateurs; dank jullie wel voor alle steun en vertrouwen.  

Het is ook weer tijd om door te gaan met mijn trip. Een maand geleden ontving ik een bericht van een oude vriend van mij, Tim van der Linden. Zijn vraag was simpel; of ik er aan had gedacht om wat dieper Afrika in te trekken. Tim woont en werkt in Malawi, een land wat al jaren in de top 3 armste landen staat. Waarom daar naar toe verhuizen is dan de automatische vraag, toch? Tim kwam naar Malawi voor zijn stage en is verliefd geworden op het land, de cultuur en de uitdagingen die hier duidelijk aanwezig zijn. Eerlijk gezegd stond Malawi van te voren niet op mijn planning. Mocht je ooit naar Afrika willen reizen is de gouden tip van alle reisbureaus altijd; wees goed voorbereid! Ik ben niet zo goed in voorbereiden. Ik vind juist dat de mooiste dingen ontstaan op het moment dat je onvoorbereid bent (vooral als je voor de klas staat). Daarentegen neem ik niet graag onnodige risico’s. Je leest en hoort tegenwoordig de gekste verhalen over Afrika. Ziektes, armoede, politieke onrust en corruptie zijn zo maar wat woorden die gelijk te binnen schieten. Maar Tim maakte mij zo nieuwsgierig met zijn bericht en ik wilde heel graag zijn verhaal horen. Ik moet The Warm Heart of Africa een keer met mijn eigen ogen zien.  


Na een korte vlucht van Port Elizabeth naar Jo’burg (ik begin me een beetje Afrikaans te voelen dus mag ik Jo’burg zeggen) pak ik een vlucht naar Malawi met Ethiopian Airways. Dit kost ongeveer 350 euro (retour) en duurt zo’n 3,5 uur. Ik wist niet dat er vliegmaatschappijen bestonden die slechter zijn dan Ryanair, maar jawel, ze bestaan hoor. Welcome to Ethiopian Airways. Het was een soort Afrikaanse, alcoholische familie reünie waar ik in belandde. Whiskey na whiskey vlogen gratis de deur uit en op een gegeven moment zette een oudere vrouw zelfs Afrikaanse muziek aan. En niet op haar telefoon he, maar op zo’n JBL speakertje. Je ziet het al voor je…. een bleekscheetje tussen al die zatte, vrolijke, muziek makende Afrikanen 1500km in de lucht. Op het moment dat je zoiets mee maakt kan je twee dingen doen; 1. je als een chagrijn opstellen en naderhand een klacht indienen bij het geweldige Ethopian Airways of 2. Doen alsof je whiskey lekker vindt en meedansen. Jullie mogen zelf bepalen waar ik voor koos…. 

Aangekomen op het vliegveld van Malawi staat Tim op mij te wachten.  Tim is alweer gegroeid (al zeker boven de 2 meter) en hij is een man die trots uitstraalt. Trots dat ik er ben, maar vooral de trots van een man die een mooi verhaal te vertellen heeft. Er staat een oudere, donkere man naast hem die vrolijk zwaait alsof ik hem al jaren ken. Mr Banda heet hij, leerde ik later. Tim en ik bespreken mijn reis, zijn baan en vooral over wat er de komende dagen op de planning staat. Redelijk nonchalant vertelt Tim dat ik vanaf morgen met Mr. Banda de bush in ga, naar zijn dorp. Ik knik heel stoer, maar ik weet totaal niet wat ik moet verwachten. ‘Je komt hier toch voor de echte Afrikaanse ervaring, well this is it!’. Ik kan Tim geen ongelijk geven. Hij woont hier al 6 jaar en kent het land door en door. Toch ben ik gespannen. 
 


Mr. Banda and his village 

Om 08:00 vertrekken Mr. Banda en ik met de tuktuk naar het busstation. Bij het busstation is het één grote gekkenhuis en als je blank bent in dit soort landen, trek je nog meer gekte naar je toe. Of je het wilt of niet; je wordt toch gezien als geldbron. Meloenen, tandenborstels, deegballen, zoete sapjes, vers fruit, dekens, telefoons, condooms, tassen, messen, zelfs vrouwen(!), komen jouw kant op om gekocht te worden. Je moet er echt tegen kunnen hoor. Die gekte gecombineerd met 16 zwetende mensen in een busje voor 9 personen is een test, maar wel een leuke test. Wat opvalt is dat er ook kleine kinderen bij mama op schoot zitten,  maar die hoor je gewoon niet…. ze piepen niet, ze klagen niet, ze zijn geduldig. Dan ik ook dacht ik! Wat wel echt fascinerend is; alle passagiers gaan pas op het moment dat de bus vertrokken is onderhandelen met de chauffeur hoeveel zij moeten betalen voor de rit. Voor de mensen thuis, die weleens gebruik maken van Marktplaats, weten dat dit dus niet werkt. Back home, hebben mijn broertjes en ik vaak  mensen naar buiten moeten boksen door dit soort taferelen. Één marktplaats klant heeft weleens tegen mijn broertje gezegd, ‘Ik weet waar je woont he’. Poeeeeee als deze man mijn blog heel toevallig leest; kom alsjeblieft een keer terug naar de Baroniestraat voor een goed gesprek als wij allemaal thuis zijn. Waarschijnlijk kan je niet lezen, maar toch – weet dat je van harte welkom bent ;). 
De passagiers en de geduldige buschauffeur kwamen er wel gewoon aan uit. Mij probeerde ze kaal te plukken, maar daar heb ik Mr. Banda voor. 

Om wat tijd en onnodige anekdotes te besparen laat ik je het reisschema zien. Dit neemt niet af van hoe bijzonder mijn reis naar Banda’s dorp was - bekijk de foto’s op mijn Facebook pagina als je tijd hebt. 

08:00 – 08:30: (3km) tuktuk van Kiboko hotel (Tim’s werk) naar busstation.
08:30 – 13:00: (350 km) minibus naar Kasungu 
13:00 – 14:00 (15km) geluksmomentje – achterop fiets naar Tandanza (dorp Banda)
14:00 – 14:30: (3km) lopen (naar Banda’s huis)



Banda’s village

Iets wat ik gelijk duidelijk wil maken is dat de mensen van de villages zoals Tandanza weinig tot vrijwel niets hebben. Zij leven van de fruitbomen, noten en van de boreholes die om de 10 kilometer  verspreidt zijn over het land. Bij deze boreholes gaan de vrouwen, maar vooral meisjes, s ‘ochtends om 4 uur hun water halen. Dit zijn vaak tonnen van 30 liter en die tillen zij op hun hoofd. Ik werd door één van de moeders uitgedaagd om het te proberen en het was echt heel erg zwaar. Zij balanceerde de ton boven haar hoofd met gemak. Zonder handen. Tandanza mama 1 – Tim 0. 

Iets wat de chiefs van het dorp wel hebben zijn telefoons. Niet de smartphones die wij kennen, maar de kleine GSM’s die gewoon niet stuk gaan, ook al laat je ze van de Eifel toren vallen. Een GSM hebben betekent status. Een TV hebben overigens ook en die staan dus ook mooi op de kasten van de chiefs. Dat vond ik best wel raar aangezien geen enkel huis stroom heeft in deze dorpjes. 

Wat mij heel snel duidelijk was, is dat Banda van te voren heel zijn dorp had laten weten dat ik kwam. Ik voelde me net een koning. Overal waar ik keek rende meisjes en jongens op mij af om mijn armharen te voelen of om Hi azungu te roepen. Dat betekent hallo white man. De vrouw van Banda groette mij en ging weer snel de keuken in om ons feestmaal te prepareren. Uit respect had ik een halve geit mee genomen en dit kon iedereen enorm waarderen. 
Als welkomstdrankje kreeg ik thobwa dit is een specialiteit van de dorpjes wat gemaakt is van mais en alcohol. Het lijkt een beetje op pap maar het is bier. Tim vindt het lekker. Ik vind het mwaaaaa. Ik dronk het maar uit respect op. 
Tijdens onze feestmaaltijd kwam heel de familie naar ons hutje. Zij noemen zichzelf ook allemaal broer/zus/uncle/father van elkaar. Zo gaan de Malawiaanse dorpen blijkbaar met elkaar om. 
Een bepaalde Mr. Spencer, de uncle van Banda was behoorlijk geïnteresseerd in mijn verhaal en hij kon goed Engels. Ik kan me niet voorstellen hoe het is om te reizen als je geen Engels kan trouwens. Engels is mijn taal en ik voel me soms echt onbegrepen. Helaas was hij er niet alleen om mijn verhaal te horen, maar ook om geld te vragen. Spencer gaf mij een papiertje om mij te bedanken voor mijn komst en onderaan stond netjes zijn bankrekeningnummer geschreven. Hier heb ik dus echt een hekel aan. 



Onderwijs in Malawi 

De volgende ochtend, stipt 6 uur, staat de chief te wachten op Banda en mij. Hij heeft zijn motor bij zich, die hij gebruikt om mensen te vervoeren van en naar zijn dorp. De Chief geeft mij de sleutel van zijn Suzuki en zegt good luck today azungu. Ik ga zitten, maak een wheely en scheur over de zandpaden richting de scholen van Malawi…... Pffffff was het maar waar. Dit is hoe het echt ging: De Chief gaf mij zijn sleutel van zijn Suzuki en zei good luck today azungu. Ik ging zitten en wist niet eens waar ik de sleutel in moest steken, laat staan hoe ik moest schakelen. Lachend, schoof de chief mij opzij en zei nevermind azungu. Hoe cool was mijn eerste verhaal wel niet geweest?! Ik baalde zo he. 

Dat ik mijn reis alleen wil maken om scholen te bezoeken in het buitenland is natuurlijk bullshit. Als dat zo was dan had ik heel veel mooie dingen gemist van de landen die ik tot nu toe bezocht heb. Toch blijft het iets waar ik heel veel energie en geluk vandaan haal; mijn passie voor onderwijs en mijn passie voor kinderen. Tijdens mijn motor tocht met de chief heb ik het geluk gehad om twee lokale scholen te bezoeken: Chankhozi FP school & Liyangwa primary. Op Chankhozi waren er 11 gediplomeerde docenten op 1233 leerlingen. Op Liyangwa waren er 9 docenten op 1029 leerlingen. Reken jij het even uit? In sommige klassen zaten 200 leerlingen. Denk eventjes terug aan jouw schooltijd toen de docent het te rumoerig vond in een klas van 28 leerlingen. Daar moest ik altijd wel een beetje om lachen en nu al helemaal. 
Op beide scholen mocht ik lesgeven en dit was echt één van de vele hoogtepunten van mijn reis tot nu toe. Er zaten 95 kinderen in één klas en 108 in de andere klas. Ik gaf simpele lesjes over het menselijk lichaam, getallen en het alfabet. FASCINEREND om al die leergierige kopjes te zien. Ik besloot snel van te voren om alles in het teken van gamefication* te doen. De docenten die zijn komen kijken vonden dit ook heel tof. Kijk even bij de foto’s als je tijd hebt. 

*lesgeven in spelvorm. Tegen elkaar of tegen mij of tegen jezelf. Leerlingen zijn altijd gemotiveerder. 


Feiten op een rij.

- Schooldagen beginnen met assembly. Dit duurt 15 minuten en dan staan alle kinderen in rijen buiten en zingen zij het schoollied. Dit is in Groot Brittannië nog steeds een bekend fenomeen, met name op de basisscholen. 
- De schooltijden zijn van 07:30 tot 14:30.
- Een dag bestaat uit 10 blokken waarin 6 vakken worden aangeboden.
- De voertaal is Chichewa. Engels is de tweede taal. 
- Farming and Agriculture blijft het belangrijkste vak. Tijdens de vergadering heb ik erop gehamerd hoe belangrijk Engels is, mochten de kinderen ooit het dorp willen verlaten. Er zijn geen machines.
- Een kind straffen blijft een gevoelig onderwerp, maar ik heb er wel naar gevraagd. De headteacher vertelde dat er niet meer geslagen wordt, maar dat waren even de praatjes van de headteacher. Ik heb het gezien en mijn maag draaide er van om. 
- Er is dus een enorme leraren te kort. Gemiddeld zitten er 150 leerlingen per klas.
- Één van de redenen dat er een te kort is; het is de taak van een school om een docent een huis aan te bieden op het moment dat hij/zij daar komt werken. Dit is vaak voor de school onbetaalbaar. 
- Kinderen eten niet op school, dit doen de kinderen voordat zij naar school komen. Ontbijt dus. Dit is meestal een soort pap of nsima. Dit is een mix van bloem en water. Sommige kinderen lopen 10km heen en 10km terug om naar school te komen. Onderweg pakken zij fruit uit de bomen. 
- Boeken zijn heel duur en niet alle kinderen hebben ze. Een kind wordt niet geweigerd mocht hij/zij een boek niet hebben.
- De kinderen maken om de maand field trips naar boeren of andere dorpen. Dit vond ik heel fijn om te horen. Volgens de school councillor zijn er nooit ruzies of problemen met andere dorpen. Waarom niet? Zij hebben niks om over of voor te vechten…. 
- Er komt 1 keer per jaar een scholeninspectie. Die komen in grote luxe jeeps de dorpen in. Die komen alleen checken of alle kinderen van het dorp naar school gaan, maar doen niks aan de kwaliteit van het onderwijs. Misselijkmakend. 
- Van alle docenten die ik gezien heb, was er maar één vrouw. Er wordt sowieso neer gekeken op docentschap. Mannen horen op het land te werken en vrouwen doen eigenlijk alles. Zij werken op het land, zorgen voor de kinderen en doen alles voor hun mannen. Dit is iets waar ik wel moeite mee heb gehad. Toen ik de borden van tafel ruimde, werd Banda gewoon boos op mij. 


Zo kan het dus ook allemaal in hartje Afrika. Bijzonder om te zien en misschien nog specialer om te mogen doen. Ik ben het Tim heel erg dankbaar dat hij mij deze kans heeft gegeven. Tim is een jongen die zijn droom achterna is gegaan en daar heb ik altijd respect voor. Wij gaan nu samen naar Zambia om te genieten van een safari, te praten over het leven en een G&T te drinken. Nog 12 dagen reizen en dan kom ik naar huis. 

I’m flying home for Christmas. I can’t wait to see those faces….
Tot snel allemaal. 












Reactie schrijven

Commentaren: 1
  • #1

    Ariën Gabriëls (vrijdag, 08 december 2017 15:38)

    Mooi avontuur weer maat!!
    Je bent lekker bezig daar, hopelijk kunnen we nog een bierke vatten als je (even) terug bent!